maandag 27 juli 2015

Altevannet en Vesterålen

Deze zomer stond er een vakantie in noord Noorwegen op het programma. Met een auto volgepakt met kampeerspullen trokken we in twee weken tijd door het binnenland van Troms en over de eilanden van Vesterålen, van waaruit we via Senja weer terug naar huis reden.

De eerste stop werd geen camping, maar een DNT hut. Altevasshytta, bij Altevannet in het binnenland van Troms. Ruim drie uur rijden vanuit Tromsø. Daar waren we nog nooit geweest. Bijzonder aan deze hut is dat het slechts een paar honderd meter van een parkeerplaats ligt. Alle DNT hutten waar wij tot nu toe hebben overnacht, liggen minstens twee uur lopen van een parkeerplaats. Met Hedda hadden we nog nooit in zo’n hut overnacht, dus dit was een mooi begin.


We bleven hier twee nachten en hadden geluk: we hadden de hut beide dagen en nachten voor onszelf. We verbleven een volle dag rondom de hut en maakten een mooie wandeling richting Gaskashytta. Hedda had het naar haar zin in de nieuwe rugdrager en liet meteen zien dat dit ook een prima plekje is om lekker te slapen.



We vervolgden onze tocht richting Vesterålen en kampeerden een dag of vijf aan de Gullesfjord. De tent was voor Hedda een speelparadijs en het komen en gaan van andere kampeerders op ons tentenveldje was voor Hedda reuze interessant. We maakten elke dag een mooie wandeling en speelden op het strand bij de camping.





Al gauw kwamen we er achter dat we onze doelen wat betreft bergtochten enigszins moeten bijstellen. Met een kind op de rug kom je op veel plekken, maar niet overal. Wij lieten te steile, glibberige paadjes voor wat ze waren, en keerden om als we twijfelden over een afgrond. Dat was nieuw voor ons. Tot nu toe waren we nog nooit op een bergwandeling omgedraaid om een andere reden dan slecht weer of slecht zicht. Nu was het einddoel van onze tochten al heel snel niet meer belangrijk. Zo lang het op pad zijn leuk is voor Hedda, zijn wij dik tevreden.






Na vijf prachtige, zonnige dagen bij Gullesfjord reden we verder naar Myre, ook op Vesterålen. Omdat het met Hedda te koud werd voor de tent (een graad of 10 overdag), verbleven in een huisje op een mooie camping (Oppmyre camping, een aanrader). Het weer zat niet mee, maar toch hadden we fijne dagen. We hadden een ontzettend comfortabel huisje. Ik kwam toe aan een boek tijdens Hedda’s slaapjes, en Erik maakte vanuit de camping een tocht over een bergrug.


Omdat we niet de hoogte in konden, maakten we - dik ingepakt tegen de koude wind - een wandeling op Gisløya. Dit is een vrij vlak schiereiland met uitzicht op Andøya.



De laatste stop was Stave, op Andøya. Andøya is het noordelijkste eiland van Vesterålen. Hier waren we nog nooit geweest en het stond al jarenlang op de planning. We reden in mooi weer via de prachtige westelijke kustroute, langs ontelbare witte zandstranden, naar het noorden. Onderweg stopten we om op het strand te spelen.




We verbleven vier dagen op Stave camping. Daar vielen onze plannen om een karakteristieke berg, Måtinden, te beklimmen tot drie keer toe in het water.


Op de eerste dag waren er teveel agressieve muggen en steekvliegen op het startpunt van één van de drie mogelijke routes. In plaats van een bergtocht brachten we daarom de halve middag op het strand door. Erik en ik zwommen allebei in de ijskoude zee (11 graden) en Hedda had grote pret met haar blote voetjes in het water. Ze kon er geen genoeg van krijgen, en wij daardoor ook niet.



De tweede dag bleek een alternatieve route te steil om met rugdrager te doen. De derde dag startten we op wéér een andere plek, maar bleef de laaghangende bewolking hardnekkig op 300 meter hoogte hangen. Het had geen zin om door te lopen. Niet getreurd, want het buiten zijn was lekker en op de camping pakten we gewoon weer Hedda’s emmertje en schepje om op het strand te gaan spelen. Måtinden blijft wel liggen tot ons volgende bezoek aan Andøya.



Vanuit Andenes ben je snel weer in Tromsø. We namen de pont naar Senja. Dat werd niet bepaald een comfortabele overtocht. Vanuit Gryllefjord op Senja reden we in anderhalf uur naar Botnhamn. Daar moesten we een paar uur wachten op de pont naar Brensholmen, van waaruit we in een uurtje thuis waren. Bij thuiskomst had Sjef – die inmiddels al een week in ons huis vakantie vierde – een heerlijke warme maaltijd klaar staan. Dat was een fijn welkom.

Het was een fijne vakantie. Kamperen met Hedda was ontzettend leuk. Het vele buiten zijn vond ze heerlijk en er is natuurlijk een hoop te zien op campings en op alle strandjes waar we gespeeld hebben. Ook heeft ze het altijd naar haar zin gehad in de rugdrager, wat het voor ons heel leuk maakte om langere stukken met haar te wandelen.  De eerste week was wat weer betreft ook helemaal perfect. In de tweede week werden we eraan herinnerd dat vakanties in noord Noorwegen ook wel uitdagingen bieden, vooral veroorzaakt door onvoorspelbaar weer, kou en wind. Voor Hedda leek het niet echt uit te maken. Die had het ook prima naar haar zin in een wollen pak, met daar overheen een regenjas en regenbroek. Zo lang ze haar groene schepje maar bij zich had, was Hedda tevreden… J

Hieronder een kaartje van onze route en de plekken waar we meerdere dagen verbleven:






zondag 17 mei 2015

Stockholm-Åland deel 2

Na vier dagen in Stockholm zit de vakantie er nog niet op (zie vorig bericht). Op 1 mei nemen nemen we de boot naar Åland. Åland is een eilandengroep in de Botnische golf midden tussen Zweden en Finland. Officieel hoort het bij Finland, maar de voertaal is Zweeds. Ooit hoorde Åland bij Zweden, totdat eerst Rusland het afpakte, en het vervolgens een deel van Finland werd.

We hebben een huisje geboekt in Hellesbysand, een gehuchtje aan het water op een half uurtje rijden vanaf Mariehamn (de hoofdstad van Åland en meteen ook het enige echte dorp met ca 10.000 inwoners).


Elke dag verkennen we een stukje van het eiland, dat bestaat uit bossen, meren, gehuchtjes en verlaten wegen. Een wandeling bij Getabergen, helemaal in het noorden van het eiland, levert de mooiste uitzichten op. 



Het valt op dat Åland heel netjes is en de mensen er alle tijd hebben. Iedereen is in voor een praatje en niemand geeft de indruk snel weer aan het werk te moeten. Overal is het gras keurig gemaaid, de wegen zijn breed en strak, het plaatselijke zwembad is luxe en schoon.




We brengen elke dag geruime tijd in en om het huisje door, zodat Hedda lekker (buiten) kan spelen. Thuis in Tromsø lag bij vertrek nog veel te veel sneeuw om buiten te spelen, hier wordt de speeltuin zoveel mogelijk bezocht.





Na een week pakken we de boot terug naar Stockholm. Dit blijkt een beruchte “feestboot” die op vrijdagavond vanuit Stockholm is vertrokken en op zaterdagochtend weer terug naar Stockholm vaart. De boot zit vol dronken feestgangers die een retourtje hebben geboekt om 20 uur lang belastingvrij te drinken. Het is 9 uur 's ochtends en het lijkt wel of wij de enige mensen aan boord zijn zonder een glas bier of sterke drank in de handen. Het is een maffe gewaarwording om in zo'n gezelschap te belanden, maar wij vinden een rustig plekje aan boord en laten ons toch vrij ontspannen naar Stockholm terug varen. 

In Stockholm hebben we twee uur de tijd om de auto in te leveren en wat te eten, voordat we beginnen aan de 20 uur durende terugreis met de trein naar Narvik. Die verloopt hartstikke voorspoedig. Als ervaren treinreizigers weten we inmiddels precies wat ons te wachten staat, en we laten ons heel relaxed terugrijden naar het noordelijkste treinstation van Noorwegen. Hedda werkt fantastisch mee, ze slaapt goed en vindt het allemaal heel leuk en interessant, en bezorgt ons daarmee een gezellige en onbekommerde terugreis.



Onze wens om eens door Scandinavië te reizen per trein is verwezenlijkt. Het was een mooie vakantie, die vooral door de treinreis erg bijzonder werd. Of we volgend jaar meteen weer met de trein op vakantie zullen gaan, weten we nog niet, maar we zullen het vast nog een keer over doen. 

vrijdag 15 mei 2015

Stockholm-Åland deel 1

Al jarenlang dromen Erik en ik van een treinreis door Scandinavië. Het is er nooit van gekomen. Eind april begon Erik’s papaverlof en zat mijn mamaverlof erop. Ik nam mijn vakantiedagen op van vorig jaar en tijdens deze overlappende periode waarin we samen vrij waren, namen we met z’n drieën de trein naar Stockholm.

Zondag 26 april rijden we ’s ochtends in alle vroegte naar Narvik. Inclusief een paar pauzes is dat vijf uur rijden vanaf Tromsø. In Narvik bevindt zich het noordelijkste treinstation van Noorwegen. Vanaf daar kun je een rechtstreekse trein naar Stockholm nemen, die ongeveer 20 uur onderweg is. En dat doen we.


Op het treinstation van Narvik

Op een verlaten stationnetje stappen we met vier of vijf andere mensen in de trein. De telefoniste van de Zweedse spoorwegen heeft ons verteld dat de trein helemaal vol zou zitten, maar daar geloven wij niets van. We installeren ons in onze eigen kleine slaapcoupé. Een ruimte van een paar vierkante meter met drie één-persoonsbedden boven elkaar.



We rijden Narvik uit en hebben meteen een fantastisch uitzicht over het fjord voordat we het bergmassief Bjørnfjellet oprijden. Een spectaculair eerste uur van de reis. Met z’n drieën staan we een uur voor het raam. De trein stopt op een aantal kleine bergstationnetjes waar bepakte wandelaars instappen, voordat we de eerste “grote” stop bereiken: Riksgränsen in Zweden. Daar staan hordes Zweden met hun skiuitrusting te wachten op de trein. Wij begrijpen meteen dat de trein inderdaad vol komt te zitten. Elke stoel en elk bed is bezet.



Wij brengen de tijd door in onze slaapcoupé en in de rustige restauratiewagon. Hedda vindt het heel leuk om in de slaapcoupé met de meegebrachte tas vol speelgoed te spelen, ook al moeten wij haar constant vasthouden tegen het omvallen door alle bewegingen van de trein. Buiten trekt het landschap aan ons voorbij: het blijft urenlang wit en uitgestrekt.

We slapen ’s nachts boven verwachting goed en worden op maandagochtend rond een uur of 6 wakker in een landschap dat niet langer wit is. De uitgestrektheid heeft plaats gemaakt voor bossen, hier en daar een weggetje, en af en toe een dorpje.


Op een klein stationnetje, 's morgens in de vroegte... We staan een kwartiertje stil en maken van de gelegenheid gebruik om de benen te strekken en een frisse neus te halen

Ontbijten in de restauratiewagon

Om 9 uur komen we uitgeslapen aan in Stockholm. We lopen met twee grote rugzakken, een kinderwagen, een autostoeltje, een tas vol speelgoed en een luiertas naar ons hotel. Een uurtje later zitten we in een parkje in de zon te ontbijten.


Vier dagen in Stockholm brengt ons onder andere naar Gamla Stan – de oude stad, nu vooral een toeristentrekker - , de rustige eilandjes Skeppsholmen en Kastellholmen, en het statige stadhuis, waar we een rondleiding krijgen. Stockholm is een mooie stad, prachtig gelegen, met veel oude gebouwen en prachtige uitzichten over het water. Eindelijk leren we deze stad een beetje kennen, na bijna 8 jaar in Scandinavië te hebben gewoond.

Gamla Stan

Slenterend over Skeppsholmen



Na vier dagen in de stad met Hedda is het ook genoeg. Hedda’s behoefte aan rust, regelmaat en speeltijd zijn een paar dagen goed te combineren met een stad, maar zorgen er ook voor dat wij verlangen naar wat minder intensieve dagen. We huren een auto en nemen op 1 mei in alle vroegte de boot naar Åland. Hierover later meer in deel 2.


Het stadhuis

vrijdag 17 april 2015

Håkøya

Donderdag leek het wel lente. Het was de warmste dag van het jaar tot nu toe, een graad of 6, windstil en zonnig. Ik besloot om op sneeuwschoenen en met Hedda in de draagzak naar Håkøytoppen te lopen, bovenop het eilandje Håkøya, 20 minuten rijden vanuit Tromsø. Bij de parkeerplaats op Håkøya bleek een sluitmechanisme van mijn sneeuwschoen (tijdelijk?) kapot te zijn. Met Hedda al in de draagzak zag ik het niet zitten om dit ter plekke te repareren. Ik besloot zonder sneeuwschoenen omhoog te gaan. Achteraf misschien niet de beste keuze. Gelukkig was ik wel zo verstandig om stokken mee te nemen. 

Het eerste stuk liep prima. Ik volgde sporen omhoog en kon voorkomen om al te diep weg te zakken. Maar omdat het inmiddels voorjaar is, smelt de sneeuw op veel plekken van onderen. Dat zorgt ervoor dat je soms flink naar beneden zakt. "Rotten snow" noemen ze dat in het engels. En hoe hoger ik kwam, hoe vaker ik wegzakte. Met een slapend kind op de buik en een rugzak op de rug is dat niet heel comfortabel.  Maar ik liep door, want ik wilde dat topje bereiken en Hedda sliep lekker.

Onderweg naar boven. Uitzicht op Eidkjosen en Store Blåmannen.

Uiteindelijk bleek Håkøytoppen leuk, maar niet heel spectaculair.  De wandeling ernaar toe gaat door bos en bovenop is een vlakte met een gapahuk (een soort schuilhutje). Het uitzicht wordt wat belemmerd door de bomen. Maar het was leuk om weer eens op een andere plek te lopen. Ik denk dat dit een leuk wandelingetje is in de zomer, als alles in bloei staat. Aangezien Hedda nog sliep, maakte ik bovenop nog een extra ommetje. 

De gapahuk op Håkøytoppen

Eenmaal beneden – Hedda was inmiddels wakker geworden - zocht ik een mooi plekje aan het water om te lunchen. Wat was dat heerlijk! Voor Hedda was het heel bijzonder om nieuwe dingen te ontdekken. Ze had meteen een dennenappel te pakken. Daarna volgden de steentjes van het strand. Alles was nieuw en werd goed bekeken. Ze luisterde met zichtbare verbazing naar het geluid van de rondvliegende meeuwen en probeerde ze na te doen. Tijd voor een broodje en wat fruit had ze ook. Zo hebben we een uurtje aan het water rondgehangen, lekker in het zonnetje, en het beste gehaald uit deze mooie voorjaarsdag. Wat een feest!


Uitzicht vanaf ons plekje aan het water

Wat een mooie dennenappel!!

woensdag 15 april 2015

"Het vervolg" (gastblog van Bert en Leni deel II)

Het hoogtepunt van de regenachtige maandag is de zwemles van Hedda. Er wordt gestart met een nieuwe serie lessen. Hedda hoort bij de gevorderden binnen haar groep. Ze demonstreert hoe je zittend op een mat met de benen in het water naar je moeder kunt duiken die een meter van de kant staat. 'Zal ik het doen?' lijkt ze denken en hopla daar laat ze zich voorover vallen naar mama, die haar lekker eventjes onder water laat zweven voordat ze haar uit het water tilt. Een kind van tien maanden kan zeker triomfantelijk kijken. Helaas is er geen fotografisch bewijs.

Op dinsdag is het alweer prachtig weer. Weinig wind, redelijk zonnig, net boven nul. Deze laatste dag moeten we weer met Hedda de bergen in. De meest ideale tocht voor haar is Nattmålsfjellet. Zondag gingen we tijdens bewolkt en regenachtig weer, vandaag hebben we dus gunstiger omstandigheden. Dat moet leuk genoeg zijn. We krijgen er geen spijt van. Het is zo heerlijk dat we lekker kunnen rondstruinen tijdens de klim. Bovenop is het wel fris, dus gaan we vlot weer omlaag. Hedda vermaakt ons op de terugweg met haar gebrabbel. Ze is vast de enige persoon die deze tocht dit seizoen al drie keer heeft gemaakt (afgezien van haar moeder dan...).

Over twee maanden zien we Hedda weer. Dat klinkt lang, maar we hebben weer een vracht mooie ervaringen met elkaar opgedaan.






Panorama op de top (klik voor een vergroting op de foto)




Een trotse opa en oma en blije Hedda